Menu

WPL 2 leerjaar 3

Tijdens WPL2 leerjaar 3 bij ONmbo voer je lessen en/of onderwijsactiviteiten met groepen studenten uit. Jij probeert zicht erop te krijgen wie je doelgroep is. Ook door een BPV bezoek leer je je doelgroep beter kennen. Je maakt kennis met de beroepencontext waarvoor je doelgroep wordt opgeleid.

Je gaat misschien een lessenserie ontwerpen voor jouw specifieke doelgroep en voert deze uit. Hierbij kun je gebruik maken (beroepsgerichte) activerende didactiek. Vervolgens kijk je terug op je handelen en evalueer je je lessenserie, met koppeling naar de theorie. Om aan je zelf gekozen leerdoelen te werken kies je welke activiteiten je gaat uitvoeren. Je keuze stem je af met je werkplekbegeleider. 

Kortom: een werkplekleren bij Opleidingsschool Nijmegen mbo is afwisselend, daagt je uit en geeft betekenis aan jouw vak!

Startgesprek

In de eerste maand van je stage plan je een startgesprek in. De voorbereidingen voor het startgesprek vinden plaats in de bijeenkomsten van ONmbo. 

Begeleiding

Individuele begeleiding - Je wordt begeleid door gecertificeerde werkplekbegeleiders binnen het team waarin jij Werkplekleren uitvoert. Jij stelt je leerdoelen en leeractiviteiten samen met je werkplekbegeleider op.  Geadviseerd door je werkplekbegeleider voer je lessen uit (waarbij je werkplekbegeleider altijd aanwezig is) en doe je steeds meer ervaring op in les geven.

Je werkplekbegeleider voert wekelijkse begeleidingsgesprekken met jou. Je werkplekbegeleider ondersteunt je waar nodig om de praktijk te koppelen aan de theorie.

Begeleidende bijeenkomsten - Tijdens werkplekleren neem je deel aan een door de opleidingsschool ontworpen en op locatie uitgevoerd programma ter ondersteuning van het succesvol doorlopen en afronden van het werkplekleren. Denk hierbij aan intervisie- en werkbijeenkomsten waar je met anderen aan de gekozen leerdoelen onderzoeksmatig werkt en kennis uitwisselt. 

Groei- en presentatiedossier

Groeidossier
Tijdens de stage houd je een groeidossier bij. Hierin verzamel je documenten die laten zien waar je aan werkt, welke leerdoelen je hebt, hoe je jezelf ontwikkelt als leraar in opleiding en welke resultaten je bereikt. Hiervoor gebruik je het digitale portfolio (Bulb). De HAN heeft een handleiding gemaakt waarin suggesties staan voor de indeling van je groeidossier. Wij adviseren deze over te nemen om te zorgen dat het overzichtelijk blijft voor alle betrokkenen. Het is fijn wanneer je je WPB en SO koppelt aan je Bulb, zodat zij je kunnen volgen en uiteindelijk je presentatiedossier kunnen inzien. Je zorgt dat je van het start-, tussen- en eindgesprek een verslag maakt en plaatst deze in je groeidossier. 

Alle stappen die je moet zeggen voor je tussenevaluatie en eindbeoordeling, kun je vinden in de routing tussenevaluatie en eindbeoordeling

Tip: vraag tussentijds feedback op bewijsmaterialen.

Presentatiedossier
Uiteindelijk kies je een aantal bewijsstukken uit je groeidossier, die je gaat gebruiken voor  jouw presentatiedossier (in Bulb) om je ontwikkeling binnen de vier bekwaamheidsgebieden zichtbaar te maken. Dit presentatiedossier zet je in voor je eindebeoordeling van je stage.

Aan welke bewijzen voor je presentatiedossier kan je denken? Student-enquêtes, filmmateriaal, gespreksopnames, lesobservaties, lesvoorbereidingen, reflecties (over van alles), leeractiviteiten, handelingsplannen, adviezen,….. aan jouw fantasie zijn geen grenzen gesteld.

Eisen voor je presentatiedossier en eindbeoordeling:
In je presentatiedossier verzamel je de bewijzen waaruit blijkt dat je bekwaam bent a.d.h.v. bekwaamheidsgebieden. Dit presentatiedossier is voorzien van een leeswijzer (inhoudsopgave), waarin de beoordelaars meegenomen worden in de opzet van je presentatiedossier. Elk bewijsstuk moet de volgende onderdelen bevatten:

  1. Input van verschillende perspectieven (studenten, WPB, collega’s) waarbij je eigen perspectief (reflectie) verplicht is. De WPL3 studenten maken hier gebruik van perspectief vanuit het werkveld.
  2. Theoretische onderbouwing.
  3. Koppeling met je leerdoelen, kwaliteiten en je eigen visie.

De vorm van je eindpresentatie is vrij. Dat wil zeggen dat je tijdens je eindbeoordeling zelf mag kiezen op welke manier jij laat zien dat je bekwaam bent volgens de vier gebieden. Zorg voor een goede onderbouwing. Inhoudelijk moet je zorgen dat de bekwaamheidsgebieden voldoende worden ondersteund met bewijsmaterialen die voldoen aan de 3 criteria punten hierboven. Tijdens je eindbeoordeling (60 minuten) moet er naast je presentatie voldoende tijd zijn om met elkaar in gesprek te gaan.

Inleveren beoordeling
Via de HAN krijg je te horen wat en op welke manier je alles moet inleveren voor je eindbeoordeling. Om je stage bij ROC Nijmegen goed af te ronden uploadt je de tussen- en eindbeoordeling INCL. gespreksverslagen op Bulb. De werkplekbegeleider levert de tussen- en eindbeoordeling in per mail bij de Schoolopleider. 

Bewijsmateriaal

Om aan je eigen ontwikkeling te kunnen werken, helpt het je bewust op je eigen handelen terug te kijken, de theorie aan de praktijk te koppelen en voor eigen leerdoelen op onderzoek uit te gaan. Je gaat bewijsmateriaal verzamelen waarmee jij de bekwaamheidsgebieden kunt aantonen. Voorbeelden die je kunt gebruiken:

Voorbeelden van bewijsmateriaal:

• Producten van leerlingen
• Lesvoorbereiding
• Uitgewerkte activerende werkvorm
• Opzet van een excursie of veldwerk
• Reflecties
• Feedback
• Een ingevulde vragenlijst zoals VIL of interview
• een mail van een collega, peer of MBO-student
• Verantwoording met daarin een koppeling naar theorie
• Een foto, tekening, stukje film of audio van een betekenisvolle situatie

Formulieren

Je vindt de handleiding van je stage en het beoordelingsformulier op de website van de HAN.