Menu

Minor

Tijdens de Minor gebruikt de docent in opleiding activerende didactiek in zijn met meer eigen verantwoordelijkheid gekozen lessenserie. Hij wordt geadviseerd een BPV-bezoek uit te voeren om zo de beroepencontext van de doelgroep beter aan het eigen onderwijs te kunnen koppelen. De keuze van leerwerktaken stemt de docent in opleiding met zijn WPB af. De bijhorende literatuur is deels of globaal gegeven. In de uitvoering wordt de docent in opleiding ondersteund door de WPB en OB.

De student in beeld

Begeleiden en opleiden

Tijdens de Minor begeleid je de docent in opleiding in zijn lesgeven met samenhangende onderwijsactiviteiten (waarbij je bijna altijd aanwezig bent) en examinering en laat je hem verder kennismaken met de verschillende rollen van een mbo-docent. Een BPV-bezoek geeft hem inzicht in zijn doelgroep en stimuleert hem zijn lessen beroepsgericht en activerend in te richten. Stimuleer hem in het team te participeren.

Hij stemt zijn keuze voor een bepaalde leerwerktaak (in de voorgeschreven, of aan het eigen leerdoel aangepaste vorm) met jou af. Jij en de OB/OC ondersteunen hem in de onderzoeksmatige uitvoering ervan en de koppeling met de theorie. Ook in je wekelijkse begeleidingsgesprekken en de weekreflecties laat je de docent in opleiding de koppeling met de literatuur maken. Je zet hem aan tot reflectie op zijn handelen en stimuleert daardoor de kritisch onderzoekende houding.

Beoordeling

Verantwoording programma

                                                                                                                                     programma

  1. Onderzoek leervragen/bij elkaar kijken/koppeling theorie en praktijk/samenwerkend leren.
  2. Onderzoek naar rollen en taken van de mbo-docent.

Vanuit dit gegeven starten we de tweede bijeenkomst met leerdoelen/leervragen vanuit de docent in opleiding geformuleerd (stagewerkplan/leerwerkplan) zodat we kunnen aansluiten bij de beginsituatie van de docent in opleiding en hij ‘in the lead is’ om zijn eigen leerproces vorm te geven.

De leerdoelen/leervragen worden omgezet in een kleine onderzoeksvraag. Daarmee komen we tegemoet aan ‘de onderzoekende houding’ die voor elke docent (in opleiding ) van groot belang is. ‘Samenwerkend leren’ bewerkstelligen we door het onderzoek in een drietal te laten uitvoeren. Zo werken we tegelijkertijd aan de waarden van ROC Nijmegen: meedoen, ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen.

Tijdens het onderzoek moet de docent in opleiding de koppeling gaan leggen tussen praktijk en theorieHet geheel wordt in de vijfde bijeenkomst afgesloten door middel van een posterpresentatie. Belangrijk daarin zijn: oplossingen bedenken, creativiteit inzetten en eigen kwaliteiten kunnen benoemen.

Bij onderdeel 2 wordt het mbo nog eens goed op de kaart gezet en met name het beroep van leraar binnen het mbo! We stimuleren de docent in opleiding om de diverse rollen te gaan bestuderen en kernvaardigheden en aspiraties ernaast te leggen.

Evaluatie

Aan het einde van de derde bijeenkomst wordt een tussenevaluatie gehouden waarbij de studenten bevraagd worden op de voortgang van de doelen van het praktijkcurriculum. Na de laatste bijeenkomst vindt er een schriftelijke evaluatie plaats.

ONderzoek

Links en documenten

ONdersteuning en professionalisering

In onze voorbeeldrol voor de docent in opleiding leren we van en met elkaar en willen we ons eigen handelen steeds professionaliseren. Daarom vinden er regelmatig intervisie en themabijeenkomsten voor werkplekbegeleiders plaats. Voor de mogelijkheden en data zie professionaliseringsactiviteiten. Wat kunnen aankomende docenten verder van je leren? Laat het ons weten en verzorg een (deel-)bijeenkomst voor aankomende docenten sectorbreed. Je kunt mailen naar de coördinator, de schoolopleiders of via de contactpagina.